Verkiezingen
Onze oudste zoon mag volgende week voor het eerst stemmen. Toen
ik zijn leeftijd had, stemde ik volkomen vanzelfsprekend op dezelfde partij als
mijn ouders. Die wisten immers wat het beste was. Ik kan me ook niet herinneren
dat mijn ouders veel werk maakten van onze politieke opvoeding. Voor hen was
het vanzelfsprekend dat je als praktiserend gelovige je stem gaf aan een
christelijke partij. Het duurde even voordat ik van partij veranderde. Het voelde
als een stap naar autonomie. En een beetje als verraad ook… Alsof ik mijn
opvoeding en mijn ouders achter me liet.
Nu sta ik er zelf voor. Wat gaan we onze zoons meegeven? Het
werd erg actueel toen ik vorige week het nieuwe verkiezingsfilmpje van de PVV
zag. Is dit de wereld die ik voor mijn kinderen wil? Een wereld die denkt in
‘wij’ en zij’, in ‘van ons’, in muren en grenzen, in ‘eigen volk eerst’ en die
een wereld wil waarin voor ‘de ander’ geen plaats is?
We hebben ’s avonds met z’n vieren naar het PVV-filmpje
gekeken. We hebben het er samen over gehad. Jongste zoon vond het slecht, maar
dat had ook met de kwaliteit van de beelden te maken. En met Zwarte Piet; dat
bleek voor de jongens niet meteen het eerste waaraan ze denken als het om
Nederlandse cultuur gaat. Molens en tulpen trouwens ook niet. Een inhoudelijke
discussie bleek best moeilijk en kwam weinig verder dan: “Hun ideeën spreken me
gewoon niet aan.”
Ik bleef achter met wat gemengde gevoelens. Onze zoons weten
best hoe wij over dingen denken. Dat we vinden dat in Nederland plaats moet
zijn voor iedereen. Dat we een ongelofelijk rijk land zijn en dat we van die
overvloed best kunnen delen. Dat mensen verschillend zijn en dat dat niet erg
is. Ze nemen onze opvattingen als baken, net als ik destijds deed. Ik voelde me
er ongemakkelijk over. Zo’n 35 jaar ouder en een beetje wijzer, realiseer ik me
dat wij makkelijk praten hebben over eerlijk delen. Wij eten er uiteindelijk
geen boterham minder om. Ook dat probeer ik de jongens duidelijk te maken, maar
het is een theoretische exercitie en dat kan ik ze niet kwalijk nemen. Ze weten
niet beter. Geld komt uit de muur, ze hebben een eigen kamer, laptop en
smartphone, drie keer per dag een maaltijd en best aardig zakgeld. Hoewel over
dat laatste natuurlijk valt te twisten.
Gisteravond aten er een paar vrienden van oudste zoon mee.
Ook zij mogen straks voor de allereerste keer stemmen. Ze nemen dat heel
serieus. En zo ging het aan tafel alsnog over allerlei actuele zaken, variërend
van het BNP van Nederland, Geert Wilders en Jesse, tot de uitslag van de
Stemwijzer die ze hadden ingevuld. Ze voelden allemaal aan dat uitsluiting geen
oplossing biedt. Dat we het met elkaar moeten doen en dat iedereen die hier
zijn leven wil opbouwen, die kans moet krijgen. Ze vonden dat iedereen dezelfde
rechten én dezelfde plichten moet hebben. Dat ‘Nederland’ belangrijk is, maar
dat dat best kan samengaan met een gemêleerde bevolking.
Ik vond het een hoopvolle discussie, zo bij die grote pan
bami op tafel. Geert Wilders vindt het ongetwijfeld naïef, maar ik ben blij dat
de jongeren om ons heen zich realiseren dat wie wil kiezen voor vrede, kiest
voor ‘samen’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten