donderdag 21 maart 2013

Het Pasen van Harry Potter


Jarenlang hielden Harry Potter, Ron en Hermelien de wereld in gespannen afwachting: zou het hen lukken Voldemort te verslaan? In het laatste deel van de spannende boekenserie vinden we uiteindelijk het antwoord. Harry verslaat zijn laatste vijand en daarmee de donkere tovenaar. 

Zeven zogenoemde ‘gruzielementen’ moeten Harry en zijn vrienden vinden. Het zijn voorwerpen waarin de donkere tovenaar Voldemort delen van zijn ziel heeft ondergebracht. Zolang deze voorwerpen voortbestaan, zal Voldemort macht behouden en in staat zijn steeds opnieuw tot leven te komen.

De zoektocht naar de gruzielementen bereikt in het laatste deel zijn hoogtepunt. Harry’s mentor Perkamentus is dood, de relatie met Ron en Hermelien staat onder zware druk, ze hebben geen idee waar ze moeten zoeken en zeker als Voldemort met zijn leger voor de poorten van Zweinstein staat, lijkt alle hoop verloren. 

Op een goed moment besluiten Harry en Hermelien hun hopeloze zoektocht op Zweinstein voort te zetten, waar ‘de vijand’ inmiddels de touwtjes in handen heeft. Blijven ronddolen is zinloos beseffen ze. Ze bezoeken echter eerst nog het kerkhof waar Harry’s ouders en de familie van Perkamentus begraven liggen. Op het graf van de familie Perkamentus lezen we: ‘Waar je schat is, zal ook je hart zijn’ (Math. 6). Op het graf van James en Lily Potter staat: ‘De dood is de laatste vijand die overwonnen moet worden’ (brief van Paulus aan de Corinthiërs). Deze twee citaten omvatten volgens auteur J.K. Rowling zelf ‘alle boeken’. Ze zetten de populaire tovenaarsboeken inderdaad in perspectief! 

Kracht van de liefde
Harry is de enige hoop van de tovergemeenschap om Voldemort te verslaan. Hij heeft als enige ooit een aanval van de zwarte magiër overleefd. Dat lijkt aanvankelijk Harry’s verdienste en hij wordt dan ook beschouwd als een machtige tovenaar, die zelfs als baby te sterk was voor Voldemort. De waarheid blijkt anders. Harry’s moeder heeft zich tussen haar kind en Voldemort geworpen en de dodelijke vloek opgevangen. Het was haar liefde die het beschermende schild vormde tegen het kwaad. 

De jonge Harry is bang voor wie en wat hij is, bang ook voor de macht die de tovenaarswereld hem toedicht. Hij herkent namelijk zichzelf in Voldemort en vraagt zich regelmatig af of ze wel zoveel van elkaar verschillen. En inderdaad zijn er de nodige overeenkomsten tussen de twee tovenaars. Harry leert gaandeweg het verhaal echter dat het niet je eigenschappen en talenten zijn die je goed of slecht maken, maar dat het je keuzes zijn, de dingen die je doet. En Harry kiest steeds opnieuw voor het goede: voor liefde, trouw en vriendschap. Kortom: Waar je schat is, zal ook je hart zijn! 

Uiteindelijk blijkt waarom Harry zich zo verbonden voelt met Voldemort: hij is zelf een gruzielement. Tijdens de aanval op Harry als baby, waarbij Harry’s moeder haar leven gaf, is de vloek op haar liefde afgeketst en teruggeslagen op Voldemort. Daarbij is een deel van diens ziel losgescheurd. Dat heeft zich vastgehecht aan de enige overlevende van het drama: Harry.

Het kwaad heeft zich dus in Harry genesteld. Daarmee wordt het beschermd door een machtige oerkracht, namelijk het leven zelf, dat er alles aan doet zichzelf te beschermen en in stand te houden. Alleen Voldemort is sterk genoeg om het kwaad in Harry te vernietigen. Dat kan slechts door Harry te doden.

Overgave
Harry beseft dat hij vrijwillig zijn leven moet geven om de tovenaarsgemeenschap te redden van het kwaad. Ron, Hermelien, de sterke reus Hagrid: geen van allen kunnen ze hem bijstaan. Het is een weg die hij alleen moet gaan; zelfs de portretten aan de wand van Zweinstein zijn verlaten en slechts lege lijsten geworden. Hij aanvaardt zijn lot: “Het was voorbij en dat wist hij. Het enige dat hij nu nog moest doen, was sterven,” schrijft Rowling. 

Voordat Harry vertrekt, vindt hij de Steen van Wederkeer, een laatste geschenk van Perkamentus. Zijn overleden ouders en vrienden verschijnen dankzij de krachten van de Steen. Ze spreken hem moed in en beloven hem dat zij bij hem zullen blijven in zijn laatste uur, zoals ze al die tijd bij hem zijn geweest, in zijn hart. Harry laat de Steen van Wederkeer los - laat zijn leven los - en gaat op weg naar het Verboden Bos, naar Voldemort: hij is klaar om te sterven. Het is de laatste vijand, die slechts overwonnen kan worden door vrijwillige overgave.

Hulp
Ontroerend mooi en onvoorstelbaar dapper is aan het einde de actie van Harry’s vriend Marcel Lubbermans, de karakteristieke, onhandige antiheld. Hij is van alle personages misschien wel het meest ‘een mens zoals wij’. Als Harry dood is en alles verloren lijkt, is het Marcel die in z’n eentje opstaat tegen Voldemort. Hij wordt hartelijk uitgelachen door het duistere legioen en letterlijk in een vloek en een zucht overmeesterd. Marcel weigert echter zich gewonnen te geven en kiest openlijk voor hoop, vertrouwen en het goede: hij kiest voor het leger van Perkamentus, dat Harry ooit oprichtte. Hij geeft daarmee de dood van Harry – en al die anderen die zijn gestorven! - betekenis: Harry leeft in de harten van hen die van hem houden en in hem geloven. Hij geeft hen de moed om door te gaan. En juist vanwege die duidelijke, dappere stellingname, oog in oog met het kwaad, krijgt hij hulp uit onverwachte hoek: het machtige zwaard van zijn – en Harry’s - schutspatroon Goderic Griffoendor verschijnt. Hier, op dit cruciale moment, maakt Rowling nog een keer duidelijk wat ook Harry al had ervaren: er is altijd hulp voor wie daarom vraagt! Met het zwaard van Griffoendor vernietigt Marcel het laatste gruzielement, de slang van Voldemort.

Ondertussen is duidelijk geworden dat Harry de dood heeft overwonnen: hij bezit de drie relieken van de dood, waaronder de Steen van Wederkeer. Daarmee is hij Meester over de dood. Rowling maakt echter ook duidelijk dat alleen degene die de macht en kracht van deze ‘relieken’ niet voor zichzelf wil, de daadwerkelijke macht ervan kan gebruiken. Ook Perkamentus bezat ooit de drie relieken. Hij zocht echter macht en kennis en vergat de liefde. De relieken brachten hem daarmee slechts dood en verdriet. Harry daarentegen gebruikte de drie relieken om anderen te helpen en zocht niets voor zichzelf.

De laatste vijand
Harry krijgt na zijn vrijwillige offer de keuze: hij kan terug naar het leven, maar hij kan ook ‘verder’. Het stukje ziel van Voldemort dat zich aan hem had gehecht, ligt krachteloos op de grond. Het sterft op deze onbestemde plaats tussen leven en dood. Het kwaad en de dood zijn overwonnen. Liefde, vriendschap en vertrouwen bleken uiteindelijk het sterkst! 

Het boek eindigt met een korte epiloog. Het is 19 jaar later en de kinderen van Harry, Ron en Hermelien stappen op de Zweinstein Express, net als hun ouders jaren daarvoor. Een nieuwe generatie krijgt zijn kansen en uitdagingen. De laatste vijand is overwonnen en het leven en de liefde zijn klaar voor een nieuwe start!

vrijdag 1 maart 2013

Gij zult sober zijn...

Vrienden, netwerken, zelfontplooiing, boeiend werk, leuke kinderen: het hoort tegenwoordig bij het moderne leven, net als zingeving, authenticiteit, duurzaamheid en soberheid bij. O ja: en 'iets' teruggeven aan de maatschappij... Het brengt me in een dagelijkse spagaat: als kind van calvinistisch Nederland vind ik dat een mens matig dient te zijn. Is het 11e gebod 'Gij zult nuttig zijn', dan is het 12e: 'Gij zult niets verspillen en sober zijn'.

Sober – eenvoudig – binnen de maat: dat zijn de betekenissen die Van Dale geeft bij matig. Matigheid: niet overdreven, soberheid. Het zijn uiteindelijk relatieve begrippen. Een bezoek aan Ethiopië gaf me een volkomen ander referentiekader. Ik bekijk mijn agenda van de afgelopen week: Op dinsdagavond ben ik met mijn buurvrouwen naar een filmavond in Bergen geweest, een benefietavond voor een scholenproject in Nepal. Reuze gezellig, met heel veel zelf gebakken taartjes, chocoladedingetjes en hartige hapjes. En natuurlijk cappuccino vooraf en wijn in de pauze. Ook ik blijf mezelf ontwikkelen en ontplooien enzo, dus woensdagavond: gitaarles. Het valt me niet mee om ‘let it be’ zwierig mee te spelen met leraar. Iedere dag tien minuten oefenen is het credo van de afgelopen weken, maar het lukt me zelden!

Op donderdagavond heb ik de maandelijkse filmavond met mijn vriendinnen afgezegd. Normaal gesproken is dit een gezellige vrouwenavond: iedereen neemt iets lekkers mee en de gastvrouw zorgt voor verse jus d’orange en wijn. Vrijdagavond: naar de verjaardag van de zoon van vrienden. Ik was er rond half vijf met de kinderen, taart, borrel, hapjes, heerlijk gegeten met z’n allen en goede gesprekken. Om half negen naar huis, want de jongetjes moeten vroeg voetballen. Zaterdag: eerst dus voetballen, met veel koffie voor, tijdens en na de wedstrijd met een aantal vrienden. Onze zoons moesten ‘tegen elkaar’, altijd goed voor een gezellig lange voetbal- en koffieochtend. Inclusief dus traktatie van de jarige job. ’s Middags in de keuken gestaan, want ‘s avonds ‘walking diner’ met een aantal buren. Met vijf gezinnen zorgen we voor borrel en eten, steeds bij iemand anders thuis. Het begint om vijf uur en ik denk dat we rond een uur ’s nachts uiteindelijk allemaal ons bed opzoeken.

Het was allemaal heel gezellig, maar ik ben zondag moe. Er is overigens veel cake en ijs over van de vorige avond, tot genoegen van de kinderen. Maandagavond: we eten bij vrienden; deze afspraak zat al heel lang in de planning maar ja: volle agenda’s. Het was gezellig eindelijk eens tijd met elkaar te hebben en het is al laat voordat we aan de soep beginnen. IJs toe weer vanavond en weer voor wie dat wil een vuurwatertje bij de koffie… Dinsdag: mijn schoonvader wordt 80. Koffie en taart dus! Vanavond: goede vrienden komen met twee van hun zoons. We gaan borrelen, eten én gitaar spelen en zingen. Ik verheug me erop, want ik word altijd helemaal vrolijk van deze avonden. Samen muziek maken en zingen: hoera! En dan heb ik een goede vriendin in het buitenland maar een kort mailtje teruggestuurd, terwijl ze eigenlijk tussen de regels door nogal een bom liet vallen in haar berichtje vorige week. Geen tijd voor een uitgebreid bericht of ‘skypen’. Een andere vriendin, die ook ver weg woont, wel weer gebeld na twee maanden radiostilte, maar ik denk dat ik de voorlopige afspraak die we maakten, maar weer ga afzeggen, want ik merkt dat het lege gaatje in mijn agenda niet betekent dat mijn aandacht er ook is voor haar.

In mijn achterhoofd spreken stemmetjes… Over rust en ruimte, over soberheid en goede boeken lezen... Over wandelen over het strand en diepe gedachten denken...
Aan de andere kant: is sober leven een kluizenaarsbestaan leven? Jezelf opsluiten in je huis en afzien van sociale contacten? Van samen eten en praten word ik blij. Van samen muziek maken en zingen ook. De balans houden blijkt moeilijk, omdat ik niet overal invloed op heb: mensen kunnen hun verjaardag nu eenmaal niet verplaatsen en vriendschap moet je onderhouden.
Vanmiddag gaat zoonlief kamperen, morgen verjaardagsfeest van manlief, zondag vier kinderverjaardagen, waarvan we er in ieder geval een al hebben afgezegd. Dat 12e gebod knaagt...