Daar ging mijn rustige begin van het weekend. In plaats van
vredig met een boekje bij de brandende houtkachel te wachten op mijn man, loop
ik mopperend achter een stel giechelende jongens aan en sla ze nog net niet om
de oren met het stoffer en blik en de dweil, waarmee ze de rommel moeten opruimen,
wat ze natuurlijk ook ontzettend grappig vinden. Afijn: het zet weer aan tot
nadenken én goede voornemens.
Gastvrijheid schuurt. Het knaagt aan de randen van je eigen
ruimte, morrelt aan je deur. Hoever wil je gaan? Ben je bereid je eten voor
vanavond te delen? Je schone, opgeruimde huis beschikbaar te stellen aan de
kinderen van een ander? Geef je onverwachte gasten je eigen bed of toch maar
een matje ergens op de koude grond?
Laat ik mijn goede voornemen met u delen: ik zal de
vrienden van mijn zoons steeds gastvrij ontvangen. Ik zal hen open
en opgewekt tegemoet treden. Ik zal niet stiekem denken: “Waarom altijd hier?”
Ik zal ze de woonkamer en televisie gunnen in plaats van die voor mezelf te
claimen. Ik zal niet mopperen als de puberende gasten aan tafel mijn
zelfgemaakte soep niet lusten, maar gewoon een extra brood aansnijden. Ze mogen
blijven logeren en ik zal het gebrek aan privacy zonder morren accepteren en het
extra wasgoed liefdevol wegwerken.
Ik laat u weten hoe het mij vergaat in mijn zelfverkozen
jaar van de gastvrijheid. Het zal een uitdaging worden om hart en huis
onvoorwaardelijk open te stellen. Laat staan hoe moeilijk het is als het om
mensen gaat die je niet kent. Die op een dag aankloppen en om hulp vragen…