Bijna flauw gevallen bij de dierenarts. Die was best enthousiast over
het ontstoken oog van konijn Geert: “Dat is een ernstig trauma. Er zit
een grote bloedprop in de oogbol. En het oog komt naar buiten. En het is
ontstoken. Jammer dat ik mijn fototoestel thuis heb liggen. Moet je ‘ns
kijken!” “Ik wil helemaal niet kijken,” piep ik nog, ondertussen al
bedenkend hoe ik de kinderen moet gaan vertellen dat onze grote
publiekstrekker Geert de avond niet gaat halen wegens akelig bloedende,
openbarstende ogen.
Bibberend in de wachtkamer van de dierenarts, getroost door een zieke
Labrador, herinner ik me een van de vele sessies in het ziekenhuis, met
een krijsende peuter op schoot. Er moet bloed worden afgenomen – zeven
buisjes – en de assistente brengt er niets van terecht. Ze prikt mis,
ernaast, dan maar de andere arm, weer mis, dan door de ader heen. Kind
krijsen, ik krijg het steeds warmer, word draaierig en misselijk...
En dan al die keren dat er ontlasting moet worden verzameld voor
darmonderzoek. Steeds drie dagen achter elkaar. Met een piepklein
lepeltje moet “een flinke schep” in een best smal buisje. Met een beetje
pech heeft hij er ook nog overheen geplast. Zoonlief kijkt vanaf
gepaste afstand geïnteresseerd toe: “Gatver mam! Dat jij dat doet!”. Als
het kleine schepje blijft steken, weer losschiet en zijn lading bijna
in mijn gezicht lanceert, komt hij niet meer bij van het lachen. Ik haal
opgelucht – maar niet al te diep! - adem …
Toen de amandelen ‘geknipt’ moesten worden, besteedde ik de begeleiding
uit aan zijn vader. Bloed, pijn, vreemde mensen die vreselijke dingen
met m’n kind doen: ik weet best dat het allemaal niet ernstig is, dat
ook mijn amandelen destijds zijn geknipt, maar als ik achteraf hoor dat
hij bloed moest overgeven, veel pijn had en heel hard moest huilen, ben
ik blij dat ik er niet bij was. Ik voel me wel een verrader overigens:
ik laat m’n kind in de steek in tijden van grote nood. Als moeder hoor
je er dan te zijn. Z’n vader is toch ook best goed, troost ik mezelf?
Toch voelt het niet zo.
En dan heb ik nog niet eens verteld over die vishaak in het oog van de
jongste, hoe de oudste eens de sigarettenaansteker in de auto
uitprobeerde en met een rokende vinger een fikse barbecuelucht
verspreidde. Over de voetbalongelukken, de bijna aanrijdingen op straat,
de pesterijen op school, de ontrouwe vriendjes en nog zo wat van die
dagelijkse dingen.
Moeders doen dat toch allemaal maar. Ik schep stinkende poep in te
kleine buisjes en beheers me met het gaspedaal als ik me doodschrik van
die rokende vinger. Ik sla pestende kinderen niet in elkaar, maar
probeer vrede te stichten en inderdaad: ik doe vier keer per dag zalf in
dat ontstoken, bloedende konijnenoog, want de kinderen vinden ‘blind
beter dan dood’. Dus overwin ik mezelf ….
De pijn van je kind is veel meer dan je eigen pijn. Het maakt dat we
onszelf overstijgen. Ik vrees de dag dat hun pijn ook voor mij te groot
zal zijn. Dat ik er alleen nog maar bij kan staan en naar kan kijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten